Gepubliceerd:  13 maart 2024 Naar het nieuwsoverzicht

Een gesprek met stagiaires Tjetske en Bart

Vanaf begin dit jaar is onze boerderij weer verrijkt met 2 nieuwe stagiaires: Tjetske Gerbranda en Bart Simons. Beiden volgen ze de opleiding tot biologisch-dynamisch boer bij de Warmonderhof te Dronten.  Dit is een MBO-nivo 3 opleiding, waarbij de studenten worden opgeleid tot biologisch-dynamisch boer met tevens leidinggevende functies. (Zie ook het interview met onze vorige stagiaire Freija).

Tjetske:  Wij volgen allebei de opleidingsvariant ‘Stadslandbouw’ waar de Herenboerderij ook onder valt, omdat er rechtstreeks uitgifte aan consumenten is. Dat vind ik ook het interessante om te leren: hoe bind je mensen? Hoe hou je de vrijwilligers betrokken bij de boerderij en gemotiveerd? Ik hoop hier tot het einde van mijn opleiding te kunnen blijven, tot in de zomer van 2025. Dit is mijn 3e stage. Als iedereen hier zo vriendelijk blijft, zou ik dat heel leuk vinden.

Bart: Het is ook zo mooi dat we hier op Goedentijd alles hebben: vee, graanakkers, graslanden, binnen- en buitentuinbouw, fruitboomgaard. Je ziet niet veel plekken die zo compleet zijn, en in staat een kringloop te maken met mest van eigen land en voer van eigen land. Er wordt niks verspild. En dan hier tot in het extreme dat mensen de rotte bietjes nog staan te snijden waarbij de ene helft naar de varkens gaat en de andere helft naar de koeien!
Het is dus heel veel. Als stagiaire kun je hier veel van leren, en een mening over hebben, zonder dat je eindverantwoordelijk bent.

Bart, jij gaat in september beginnen met de opleiding. Wordt dit jouw eerste stage?

Ja, ik doe de deeltijdopleiding bij de Warmonderhof. Daarnaast ben ik coördinator landschapsbeheer bij Brabants Landschap. We proberen mensen in het agrarische buitengebied te motiveren om op hun eigen land nieuwe landschapselementen te creëren en hen ook te wijzen op de subsidiemogelijkheden daarvoor. Denk aan beheervergoeding voor onderhoud van oude knotwilgen, het aanleggen van houtwallen enz. Veel in samenspraak met provincie en gemeenten. Ik heb op de HAS in Den Bosch gezeten en heb de richting ‘plattelandsvernieuwing’ gedaan. Daarna ben ik gaan reizen en heb basgitaar gestudeerd op de Rockacademie en ben ik een beetje gaan zoeken wat ik wil gaan doen in mijn leven. Vervolgens ben ik bij waterschap De Dommel beland, in het vakgebied waar ik oorspronkelijk voor ben opgeleid, en nu dus bij Brabants Landschap.

Wat gaat deze opleiding dan voor jou nog toevoegen? 

Bart: maandag, mijn stagedag, is de mooiste dag van de week. Dan ben ik zó gelukkig.

Ik heb vooral ervaring opgedaan in het werken op het snijvlak tussen natuur en landbouw. Nu voel ik van binnen een sterke drang om concreet iets met het agrarische te doen. Het echte werk op het boerenbedrijf trekt me ontzettend. Maandag (mijn stagedag) is de mooiste dag van de week voor mij. Dan ben ik zó gelukkig. Dan ben ik ’s avonds moe en voldaan, dan slaap ik lekker, geen kopzorgen. En dan heb ik iets nuttigs gedaan. Als ik dan de volgende dag weer achter mijn laptop zit, weliswaar met mijn HBO-diploma, dan denk ik: jongen wat ben je toch aan het doen met je leven? Ik kan dat niet meer ontkennen. Maar het is wel echt serieus keuzes maken, want er moet uiteindelijk toch geld verdiend worden. Daarom is de deeltijd-opleiding voor mij een goede optie, want naast mijn opleiding en stage, kan ik dan voorlopig ook nog blijven werken in mijn andere vak.

Wat is jouw achtergrond Tjetske?

Ik heb de universitaire opleiding tot ziekenhuisapotheker gedaan. Van 2001 tot 2017 heb ik in de ziekenhuisapotheek gewerkt. Maar ik merkte dat ik daar niet meer paste: de bureaucratie vond ik niet meer fijn. Daarna heb ik nog als manager gewerkt in een huisartsenzorggroep, maar ik ben geen manager, heb ik gemerkt. Ik ben toen letterlijk rond gaan fietsen en kwam langs de zelfoogsttuin in het Markdal, waar ik met de tuinder sprak. Toen voelde ik: dit is het. Dit is het!

Je hebt dus een enorme carrièreswitch gemaakt Tjetske. Wat trekt je vooral in het agrarische werk?

Het buiten bezig zijn, actief bezig zijn. In een sociale context bijdragen aan milieu en samenleving. En ik voel me er fysiek een stuk beter bij. Ik begrijp wel dat mensen het een vreemde move vinden. Ik stond eens met mijn rolschoffel op het land en toen kwam een oud-collega voorbij fietsen. Dan denk ik wel: ‘wat zal die raar staan te kijken’.

Jullie worden bij de Warmonderhof dus opgeleid tot biologisch boer. En na de opleiding? Je zult niet allemaal ergens een bedrijf kunnen overnemen?

Tjetske: Op de voltijdopleiding komen de meeste studenten wel van de boerderij, en die kunnen dan het bedrijf van hun ouders overnemen. In de deeltijd zijn de studenten wat ouder en hebben vaak een andere achtergrond.

Bart: We kunnen gaan werken in een coöperatie als bijvoorbeeld Herenboeren, en zo zijn er nog een paar. In dit soort initiatieven wordt de positie van de boer anders neergezet: de boer heeft inkomen, ongeacht of de oogst lukt of niet. In het reguliere systeem loopt de boer al het risico, iedereen heeft z’n zakken al gevuld, en die boer moet maar zien dat-ie er nog een inkomen uit haalt. Daarom staat die reguliere sector zo onder druk. Mijn eigen droom was in eerste instantie om iets voor mezelf te beginnen, in harmonie met de natuur. Daarom is het zo fijn om al mee te kunnen draaien en te kunnen ervaren dat het hard werken is. Zo’n zelfoogsttuin vind ik ook prachtig. Maar het is niet zo dat de banen in de biologische landbouw voor het oprapen liggen. Althans de banen waar je een redelijk inkomen mee kunt vergaren.

Tjetske: bij een ‘gewone’ boerderij zit je vaak met veel mechanisatie en minder vrijwilligers. Ik vind juist het sociale belangrijk. En bij Herenboeren is het voordeel dat je een vast inkomen hebt, wat bij veel andere kleinschalige initiatieven niet zo is.

De consument moet zijn voedsel gaan herwaarderen

Bart: het komt er eigenlijk ook op neer dat de consument moet gaan herwaarderen wat-ie eigenlijk eet, hoe dat gemaakt wordt, en hoe gezond dat is voor hemzelf en de wereld. En dus ook wat zijn voedsel eigenlijk zou moeten kosten.

Tjetske: het is natuurlijk wel zo dat we hier eigenlijk in een bubbel zitten van mensen die dat ook kunnen betalen.

Bart: dat ben ik met je eens, maar als je kijkt naar de groente die je in de supermarkt in je mandje gooit, die is voor jou dan goedkoop, maar die kosten worden wel ergens op afgewenteld.

Misschien hebben wij vanuit onze ‘bubbel’ ook wel de morele plicht om dit soort nieuwe initiatieven aan te jagen en de bijkomende risico’s te dragen?

Bart: Ja zeker. Er moeten eerst ook een aantal goede voorbeelden komen, waarin je kunt laten zien: zie je wel, het kan wél.

Tjetske: Dat is nog wel een uitdaging. Herenboerderij Goedentijd is een lekker formaatje, maar hier ga je natuurlijk niet de hele stad Tilburg en omstreken mee voeden.

Bart: Dan komt ook de vraag op: wat is dan voeden? Wat gaan mensen voor voedsel vragen? Als je bereid bent om met de seizoenen mee te gaan eten, dan kan het. Maar als je gewend bent om bijvoorbeeld jaarrond aardbeien te eten, dan wordt het lastig.

Tjetske: Ja en als je dan kijkt naar hoe weinig gemechaniseerd dit soort intitiatieven zijn, dan is er ook enorm veel arbeid nodig om het voor elkaar te krijgen.

Jullie lopen nu een paar weken rond hier op Goedentijd. Wat is jullie indruk tot nu toe?

Bart: ik ben heel blij dat ik hier toevallig een paar keer langs ben gereden, en iedere keer dacht: wauw wat is dat voor vette plek? Via internet kwam ik erachter wat het was en toen ben ik snel in de mail geklommen en met Peter in contact gekomen. Ik vind het echt prachtig, die diversiteit. Maar ook dat ik hier heel andere mensen ontmoet dan normaal in mijn leven. En ook die een-op-een momenten met Gina of Peter, waar ik enorm veel van kan leren, die vind ik geweldig.

Tjetske: toen ik met Gina en Peter over de boerderij liep, droop er meteen al zóveel kennis af die ze wilden delen.

Tjetske: ik was best sceptisch over het concept Herenboeren, waar de coöperatie bepaalt, en je als boer moet uitvoeren wat er besloten is. Maar onze veetteeltdocent vertelde heel goede verhalen over Goedentijd, dus ik ben komen kijken. Toen ik een rondje over de boerderij liep met Gina en Peter, droop er meteen al zoveel kennis af die ze wilden delen. Ik kan hier superveel leren. En mooi dichtbij voor mij. Ik kan hier ook kijken of ik toe ben aan de ‘bureaucratie’ die een coöperatie ook met zich meebrengt, met alle verschillende commissies. Ik ben benieuwd hoe dat hier loopt.

Wat willen jullie verder nog vertellen?

Bart: Er wordt vaak gedacht en gezegd dat natuur en landbouw botsen. Je ziet dat ook voortdurend in de media. Maar ik denk dat dat helemaal niet zo is en ook niet hoeft. Ik denk dat de oplossing juist zit in het verenigen van landbouw en natuur. Dan is een plek als deze dus fantastisch. Juist ook omdat mensen hier bewust kunnen worden van wat ze eten en wat er allemaal komt kijken bij het produceren van hun voedsel. Bewustwording is een belangrijk aspect in het verenigen van landbouw en natuur.

Tjetske: en je draagt ook bij aan de biodiversiteit. Het is niet alleen gezond eten, maar ook een belangrijke bijdrage aan het landschap en de biodiversiteit in Nederland. Voor mij is het esthetische aspect ook belangrijk: het zal hier in de zomer prachtig zijn met ook nog allerlei wild groeiende bloemen. Fijn dat ik in een mooie omgeving werk.

Leuk dat jullie zo enthousiast zijn en zulke mooie ideeën hebben. Dank jullie wel voor dit gesprek. Een leerzame tijd gewenst op onze boerderij, en heel veel plezier en succes!

Tekst: Miriam Michels
Foto's: Koen Bakx